De belangrijkste punten in de Wet franchise
Wat zijn de belangrijkste punten waarmee franchisegevers en franchisenemers rekening mee moeten houden als gevolg van de Wet franchise?
De franchisegever en de precontractuele fase
De franchisegever moet elke kandidaat-franchisenemer tenminste vier weken voor het sluiten van een franchiseovereenkomst informatie verstrekken over de franchiseformule, de franchiseorganisatie en de beoogde vestigingslocatie. Hieronder valt onder meer informatie over investeringen en kosten. De franchisegever hoeft uiteraard geen omzetgarantie te geven.
Een goede manier voor franchisegevers om te voldoen aan de ‘precontractuele informatieplicht’ is het opstellen van een Precontractueel Informatie Document, ook wel genoemd PID.
De franchisenemer en de precontractuele fase
Bent u kandidaat-franchisenemer dan moet u de franchisegever informatie geven die relevant kan zijn voor zijn of uw geschiktheid en mogelijkheden om franchisenemer van een formule te kunnen zijn. U kunt hierbij denken aan informatie over de financiële middelen die u zonder te hoeven lenen kunt investeren in uw franchiseonderneming. .
Franchisenemers hebben een onderzoeksplicht
De onderzoeksplicht die een franchisenemer heeft bij het aangaan van een franchiseovereenkomst is nu in de Wet franchise vastgelegd. Denk hierbij aan het kijken naar de omzetmogelijkheden op een beoogde locatie of het laten toetsen van de franchiseoverenkomst door een jurist met ervaring in franchising. Maar vergeet als kandidaat-franchisenemer ook vooral niet om te praten met bestaande franchisenemers! Zij kunnen u immers informatie geven over hoe het in de praktijk is om franchisenemer te zijn van de formule.
Franchisegevers hebben een zorgplicht
De franchisegever moet de franchisenemer bijstand en ondersteuning geven. Dit noemen we ook wel de zorgplicht van de franchisegever. De zorgplicht is gerelateerd aan de aard van de franchiseformule. Hoe harder de franchiseformule, hoe groter de zorgplicht van de franchisegever ten opzichte van de franchisenemer.
De franchisegever moet de franchisenemer op de hoogte houden
Zolang franchisegever en franchisenemer met elkaar samenwerken, moet de franchisegever de franchisenemer steeds tijdig informatie geven. Het kan hierbij gaan om nieuwe ontwikkelingen zoals wijzigingen in de franchiseformule of de invoering van een afgeleide formule. Maar ook actuele formulezaken vallen onder deze informatieplicht, zoals een jaarlijkse verantwoording van formulevergoedingen.
Overleg tussen franchisegever en franchisenemer
Tenminste één keer per jaar moet er overleg zijn tussen franchisegever en franchisenemer. Bij voorgenomen wijzigingen in de formule of invoering van een afgeleide formule is in een aantal gevallen instemming van franchisenemers nodig.
Opgebouwde goodwill in de franchiseonderneming
De franchiseovereenkomst moet een bepaling bevatten over goodwill in situaties waarin een franchisenemer zijn of haar onderneming verkoopt aan de franchisegever. Zo moet onder meer worden benoemd in hoeverre de eventueel in een franchiseonderneming aanwezige goodwill bij verkoop toekomt aan de franchisegever en op welke wijze de berekening van goodwill zal plaatsvinden.
Het concurrentiebeding van een franchisenemer
In de Wet franchise is vastgelegd dat een eventueel concurrentiebeding voor de franchisenemer zich moet beperken tot maximaal één jaar na beëindiging van de franchiseovereenkomst. Daarnaast moet dit concurrentiebeding zich beperken tot de grenzen van het werkgebied, voor zover dit werkgebied is bepaald.